Badkamer / Badezimmer
-Als je binnen komt lopen heb je een toilet en douchruimte.
-Wenn du in dich gehst hast, hast du eine Toilette und Duschraum
Keuken / Küche
-Keuken met koelkast, gasfornuis, waterkoker, magnetron en koffiezetapparaat.
-Küche mit Kühlschrank, Gasherd, Wasserkocher, Mikrowelle und Kaffeemaschine.
Woonkamer / Wohnzimmer
-Een twee persoons bank, drie persoonsbank, televisie en een tafel met vier stoelen
-Ein Doppelschlafsofa, drei Schlafsofas, Fernseher und ein Tisch mit vier Stühlen
Kastruimte / Schrankraum
-Als je de trap oploopt vindt je kastruimte met wastafel en prullenbak
-Als Sie die Treppe hinaufgehen, finden Sie Schrankraum mit Waschbecken und Mülleimer
Slaapkamer 1 / Schlafzimmer 1
-Naast de kastruimte zijn er twee eenpersoons bedden te vinden.
-Neben dem Schrankraum befinden sich zwei Einzelbetten.
Slaapkamer 2 / Schlafzimmer 2
-Tweede slaapkamer is kastruimte, twee nachtkastjes en twee eenpersoons bedden
-Zweites Schlafzimmer ist Schrank Platz, zwei Nachttische und zwei Einzelbetten